Enkele handvatten

Voorinspectie en vloerproblemen bij houten Vloeren en parketvloeren – enkele handvatten

Wie professioneel houten vloeren of parket installeert, weet dat succes begint bij een grondige voorbereiding. De voorinspectie is geen formaliteit: het is een onmisbare stap die bepaalt of een vloer goed blijft liggen, of dat je later wordt teruggeroepen voor herstelwerk. In deze column nemen we je mee in het volledige proces van een goede voorinspectie, het herkennen van problemen in de dekvloer, het analyseren van vloerproblemen en de juiste manieren om deze te herstellen. Ook leggen we duidelijk uit wat je volgens meldings- en waarschuwingsplicht moet vastleggen en waarom schriftelijke vastlegging cruciaal is.

1. De voorinspectie – waarom en hoe

Een goede voorinspectie voorkomt ellende. Niet alleen voor de klant, maar ook voor jezelf. Jij bent verantwoordelijk voor de verwerking van het product. En als de ondergrond niet deugt of de omstandigheden niet goed zijn, ligt die verantwoordelijkheid óók bij jou, tenzij je schriftelijk hebt gewaarschuwd en de klant hiervoor heeft getekend.

Een voorinspectie is dus geen bijzaak. Het is een essentieel onderdeel van je werk als vakman.

2. Gereedschappen voor een degelijke voorinspectie

Zonder de juiste tools kun je geen goed werk leveren. Dit is je basisuitrusting:

Rei van 200 cm: Voor het controleren van de vlakheid. Een nieuwe dekvloer mag niet meer 6mm afwijken per 2 meter.
RiRi-set: Om een krasvastheidstest uit te voeren en zo de hardheid van de dekvloer te controleren.
Bankwerkhamer: Om de vastheid van de dekvloer te testen. Een losse, brokkelige toplaag geeft al direct reden tot twijfel.
Vloertikker: Voor het opsporen van eventuele holle plekken. Let goed op afwijkende klanken.
Beton vochtmeter: Voor snelle vochtmetingen in zandcement/anhydriet/magnesiet/fermacell (indicatief).
CM-meter / KRL / Hmbox: Voor nauwkeurige vochtmeting. Bij cementgebonden dekvloeren maximaal 1,5 CM%, bij anhydriet 0,5 CM%.
Hygrometer: Voor het meten van het klimaat: relatieve luchtvochtigheid en temperatuur.
Infrarood thermometer: Voor het meten van de oppervlaktetemperatuur, vooral bij vloerverwarming relevant.

3. Wat leg je vast tijdens de voorinspectie?

Let op de volgende zaken en noteer ze schriftelijk:

Ventilatieroosters: Zijn deze aanwezig in de muren?
Kruipluik: Is deze toegankelijk? Check de toestand in de kruipruimte.
Vocht in de kruipruimte: Een vochtige kruipruimte = verhoogd risico op vloerproblemen.
Isolatie onder de draagvloer: Is er isolatie aanwezig, zo ja, welk type?
Vloeropbouw: Draagvloer van hout, beton? Wat ligt erop?
Type dekvloer: Zwevend, vast.
Soort dekvloer: Zandcement, anhydriet, tegelvloer, etc.
Vloerverwarming: Aanwezig? In de dekvloer of ingefreesd?
Temperatuur vloerverwarming: Te warm kan schade veroorzaken. Maximaal 18°C bij plaatsing.
Vlakheid van de ondergrond: Maximaal 2 à 3 mm afwijking per 2 meter.
Vastheid ondergrond: Mag niet zanderig of los zijn.
Scheuren: Waar zitten ze? Lopen ze door? Logisch patroon?
Dilataties: Zijn ze aangebracht? Waar? Altijd respecteren en doorvoeren.
Vochtwaardes: Met betrouwbare meters vaststellen.
Klimaatwaardes: Tussen 18-22°C, RV 45-65%.

4. Meldingsplicht en Waarschuwingsplicht – Waarom schriftelijk

Heb je iets aangetroffen dat risico geeft op problemen, dan moet je dit schriftelijk melden aan de opdrachtgever. Dat is je meldingsplicht.

Zie je zaken die kunnen leiden tot schade of risico op ondeugdelijke plaatsing, dan ben je wettelijk verplicht om hiervoor schriftelijk te waarschuwen. Dat is je waarschuwingsplicht.

Waarom schriftelijk? Omdat mondelinge afspraken nergens op slaan als er problemen ontstaan. Schriftelijke meldingen beschermen jou én de opdrachtgever. Wees hierin duidelijk en concreet. Zet je bevindingen op papier of in een digitaal rapport. Laat het tekenen voor akkoord of verstuur het aangetekend of per mail.

5. Analyse van dekvloer problemen

Bij twijfel? Altijd contact opnemen met je leverancier. Ga niet gokken.

Veelvoorkomende problemen:

Zanderige dekvloer: Is dit oppervlakkig of structureel? Oppervlakkige problemen zijn te versterken met een watergedragen epoxy met lage viscositeit. Deze dringt diep in en bindt losse delen.
Scheurvorming: Zijn de scheuren logisch? Bij grote velden, overgangen of doorgangen kan dit voorkomen. Zijn er bewegende velden, dan is de vloer af te keuren. Geen beweging? Dan kun je de scheuren repareren met bijvoorbeeld epoxy met een lage viscositeit en wapeningsvlies.
Ingefreesde vloerverwarming: Controleer of de leidingen diep genoeg liggen. Leidingen die boven het oppervlak uitsteken zijn onacceptabel.
Holle ruimtes: Veroorzaken contactgeluid en kunnen leiden tot schade. Deze moeten worden opgespoord en geïnjecteerd met geschikte lijm of epoxy.

6. Analyse van vloer problemen

Soms lijkt het probleem in de vloer te zitten, terwijl het probleem in de ondergrond ligt. Let op:

Kromtrekken van de vloer = vaak te hoge luchtvochtigheid of te vochtige ondergrond.
Krakende vloerdelen = onvoldoende verlijming of bewegende ondergrond.
Openstaande naden = werking door klimaatwisselingen, onvoldoende acclimatisatie.
Bolle vloerdelen = vochtprobleem of onvoldoende verlijming.

7. Herstel van vloer problemen

Injecteren van holle plekken: Dit moet direct gebeuren met een geschikte injectielijm of epoxy.
Reparatie van scheuren: Gebruik watergedragen epoxy met een lage viscositeit en wapeningsvlies.
Versterken van dekvloer: Bij zanderige dekvloer altijd eerst goed stofvrij maken, daarna epoxy met een lage viscositeit aanbrengen.
Opnieuw vlak maken: Gebruik een geschikte egaline. Bepaal eerst wat nodig is op basis van vloer en vlakheid. Egaliseer in een minimale dikte van 5mm.

8. Voorbereiding ondergrond – altijd grondig

Afhankelijk van de ondergrond kies je je lijm en lijmkam:

Tapis parket: Vereist een vlakke, vaste ondergrond zonder holle plekken.
Lamel parket: Iets vergevingsgezinder, maar nog steeds: geen holtes.
Prefab parket: Holle plekken zijn ook hier uitgesloten. Altijd injecteren.

Holtes? Onmiddellijk injecteren. Niet wachten tot het probleem zich aandient. Iedere holte is een potentieel serviceverzoek.

Tot slot

Een goede vloer begint bij een goede ondergrond. En een goede ondergrond begint bij een scherpe voorinspectie. De juiste tools, een goed oog, en vooral: alles schriftelijk vastleggen. Meld wat je ziet. Waarschuw waar nodig. En zorg dat jij je werk met vertrouwen kunt opleveren.

Want niets is zo frustrerend als een perfecte vloer, met een ondergrond die dat werk alsnog om zeep helpt. Met de juiste voorbereiding voorkom je dat.

Echte vakmensen inspecteren, signaleren en documenteren. Altijd.