Waarom deze discussie opnieuw gevoerd moet worden
We doen het al jaren zo. Vraag een willekeurige uitvoerder waarom een opstookprotocol wordt toegepast, en dit is het meest gehoorde antwoord. Het staat in de voorschriften, dus voeren we het uit. Maar wat als die voorschriften verouderd zijn? Wat als het ‘goedbedoelde protocol’ juist schade veroorzaakt?
Waar komt het opstookprotocol vandaan?
Directe aanleiding voor deze column is het kennispaper van het Technisch Bureau Afbouw (TBA), en de uitleg van Onno de Vries tijdens een bijeenkomst bij de NOA. In dit document stelt men terecht de vraag: “Is het opstook- en afkoelprotocol nog wel actueel?” Het antwoord dwingt tot heroverweging.
Het protocol is gebaseerd op uitgangspunten uit de tijd dat vloerverwarming nog in opkomst was. Destijds ging men uit van cementgebonden dekvloeren op dikke isolatielagen met kantstroken, dilataties, mantelbuizen en rechthoekige ruimten. In die context was gecontroleerd opwarmen en afkoelen logisch.

Waarom het opstookprotocol nu vaak niet meer werkt
De praktijk van vandaag wijkt fundamenteel af van het oorspronkelijke uitgangspunt. Dekvloeren worden vaak hechtend uitgevoerd, dilataties en kantstroken ontbreken, en vloerverwarming wordt vaak zonesgewijs, elektrisch of ingefreesd aangelegd. De combinatie van al deze veranderingen maakt het opstook- en afkoelprotocol niet alleen ineffectief, maar vaak zelfs schadelijk.
Scheuren en onthechting door spanningsopbouw
Bij opwarming zet een hechtende dekvloer uit, maar de onderliggende constructievloer niet. Dit leidt tot schuifspanning in het hechtvlak. Bij afkoeling ontstaan krimpspanningen. Dit proces wordt bij elke herhaling versterkt. Resultaat: scheuren, afpellen, onthechting – met als ironie dat je schade repareert die door het protocol zelf is veroorzaakt.
Wat is het alternatief voor het opstookprotocol?
Het ingebruiknameprotocol biedt een realistischer alternatief. Geen afkoelfase, geen agressieve temperatuursprongen, maar gecontroleerde opwarming tot comfortniveau. Deze methode is standaard bij warmtepompen en wordt ook steeds vaker toegepast bij traditionele cv-installaties.

Wat is het alternatief voor het opstookprotocol?
Het ingebruiknameprotocol biedt een realistischer alternatief. Geen afkoelfase, geen agressieve temperatuursprongen, maar gecontroleerde opwarming tot comfortniveau. Deze methode is standaard bij warmtepompen en wordt ook steeds vaker toegepast bij traditionele cv-installaties.
Ingebruiknameprotocol versus opstookprotocol
Het ingebruiknameprotocol is erop gericht om het systeem rustig op te starten, zonder de dekvloer onnodig te belasten. Zo voorkom je schade en heb je controle over temperatuurontwikkeling en risico’s.
Branche-inzichten en toekomstige richtlijnen
Forbo Eurocol en het TBA werken samen aan geactualiseerde richtlijnen voor diverse vloerconstructies en verwarmingssystemen. De huidige inzichten maken duidelijk dat herziening van het protocol noodzakelijk is. Tot die tijd blijven basisprincipes gelden zoals voldoende dekking, kantstroken en stabiele temperaturen.
Samenwerking is essentieel in de bouwketen
Iedere partij moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Vloerverwarmingsinstallateurs moeten inzicht hebben in dekvloereigenschappen. Vloerenleggers moeten droging en hechting begrijpen. Eindgebruikers moeten goed worden geïnformeerd over stookgedrag. Alleen dan ontstaat een duurzame, scheurvrije vloeropbouw.
Conclusie: tijd voor een herbezinning
De sector moet stoppen met verouderde rituelen en investeren in kennis, samenwerking en monitoring. Gebruik dataloggers, meet het vochtgehalte en stem processen beter af. Het traditionele opstookprotocol heeft zijn tijd gehad. Het is tijd voor vakmanschap en verantwoordelijkheid.