Vloerschade en aansprakelijkheid: wie is verantwoordelijk?

In de vloerenbranche komt het regelmatig voor dat partijen elkaar aansprakelijk stellen bij vloerschade. Een deskundigenrapport vloer wordt dan vaak ingezet om de oorzaak vast te stellen. Toch blijkt in de praktijk dat de schuld niet altijd ligt bij de partij die men als eerste aanwijst. Deze casus laat zien hoe belangrijk het is om feiten vast te leggen, adviezen serieus te nemen en niet te vertrouwen op aannames.

De casus: vloerschade in een nieuwbouwwoning

Een consument koopt een nieuwbouwwoning in het midden van het land en bestelt zijn interieur, inclusief vloer, bij een lokale leverancier. Tijdens de vooroplevering voert de vloerlegger een inspectie uit. Hij constateert:

  • scheuren in de zandcement dekvloer,
  • oplopende hoeken in de vloer,
  • en een restvochtgehalte van 3,1% (gemeten met de calciumcarbid-methode).

Zijn bevindingen legt hij keurig schriftelijk vast en hij adviseert de klant en aannemer om eerst de gebreken te verhelpen. De aannemer wuift dit echter weg en besluit na overleg met de consument zelf te egaliseren.

Het leggen van de pvc-vloer

Voordat de stoffeerder begint, vraagt hij expliciet of het opstookprotocol is uitgevoerd en welke materialen gebruikt zijn. De klant bevestigt dit, al zonder details. Vertrouwend op deze informatie schuurt en reinigt de stoffeerder de egalisatielaag en legt de pvc-vloer.

Na drie maanden ontstaan er aftekeningen in de vloer. Onderzoek toont aan dat de egalisatie is gescheurd en de lijmlaag verkleuring vertoont door optrekkend restvocht.

Het conflict: aansprakelijkheid stoffeerder?

De aannemer stelt de stoffeerder verantwoordelijk:
“De ondergrond had afgekeurd moeten worden. Doordat hij is gestart, heeft hij de ondergrond geaccepteerd.”

Een ingeschakeld deskundigenrapport vloer lijkt dit te bevestigen. De consument volgt het oordeel van de aannemer en stelt de stoffeerder aansprakelijk voor de vloerschade.

Het onafhankelijk deskundigen onderzoek

Via de rechtsbijstand van de stoffeerder volgt een onafhankelijk deskundigen onderzoek, waarin het volgende aan het licht komt:

  • De actuele restvochtwaarden liggen tussen 2,6% en 2,8%, te hoog voor een verwarmde zandcementvloer.
  • Onder de egalisatielaag blijken scheuren in de dekvloer aanwezig.
  • Het opgegeven opstookprotocol blijkt onmogelijk: tussen de plaatsing van de warmtepomp en het leggen van de vloer zaten slechts vier dagen.
  • De consument erkent dat hij de adviezen van de stoffeerder heeft genegeerd, op aanwijzing van de aannemer.

De conclusie: wie draagt de verantwoordelijkheid?

De schade is niet veroorzaakt door de werkzaamheden van de stoffeerder. De echte oorzaken zijn:

  • een ondeugdelijke dekvloer,
  • het ontbreken van een correct opstookprotocol,
  • en het negeren van schriftelijke adviezen.

Het onafhankelijke deskundigenrapport wees terecht in het voordeel van de stoffeerder.

De lessen uit dit dossier

Deze casus maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat zowel professionals als consumenten zorgvuldig omgaan met vloervoorbereiding:

  1. Leg alles schriftelijk vast – van bevindingen tot adviezen.
  2. Maak een tijdlijn – dit voorkomt misverstanden en juridische discussies.
  3. Ga niet uit van aannames – vraag altijd om bewijs, zeker bij een opstookprotocol.
  4. Volg het advies van de vloerexpert – negeren van waarschuwingen kan kostbare gevolgen hebben.

Slotgedachte

Deze zaak toont aan hoe cruciaal het is om verantwoordelijkheden helder te houden. De stoffeerder had zijn werk correct uitgevoerd, maar kwam toch in een juridisch traject terecht. Uiteindelijk wees het onafhankelijke onderzoek de juiste verantwoordelijke aan: de aannemer.

Vloerschade voorkomen begint bij het serieus nemen van adviezen en het correct vastleggen van de feiten.

Scroll naar boven