Waarom vakmanschap, kennis én naleving essentieel zijn
In moderne nieuwbouwappartementen worden geluidreducerende maatregelen al tijdens de bouw meegenomen. Een van de meest toegepaste oplossingen is de zwevende dekvloer. Deze constructie, waarbij de dekvloer volledig is losgekoppeld van de bouwkundige wanden en overige elementen, voorkomt dat contactgeluiden via de vloer worden doorgegeven aan naastgelegen of ondergelegen woningen. De werking is doeltreffend, mits men de juiste regels naleeft tijdens de afwerking.
De valkuil van schijnzekerheid
Op papier lijkt alles duidelijk geregeld. In de splitsingsakte of het huishoudelijk reglement is vaak exact omschreven welke voorwaarden gelden voor het afwerken van de vloer. Bijvoorbeeld dat er geen enkel contact mag ontstaan tussen de eindafwerking en wanden of kozijnen. Toch gaat het in de praktijk vaak mis. De oorzaak? Gebrek aan kennis, onzorgvuldigheid of bewuste overtreding van regels door bewoners of vakmensen.
Een stoffeerder, parketlegger, tegelzetter of vloergieter krijgt regelmatig te maken met een opdracht waarbij hij de ondergrond niet heeft aangebracht. Het gevaar is dan dat er wordt vertrouwd op wat men ziet, zonder te controleren wat er écht ligt. Een grondige voorinspectie is onmisbaar. Het is niet alleen een kwestie van technische controle, maar ook van juridische verantwoordelijkheid.
Waarom een vloer vrij moet blijven
Een zwevende dekvloer functioneert als geluidsbuffer. Zodra de eindvloer, egalisatielaag of afwerkvloer contact maakt met de wand of het kozijn, wordt het principe van ontkoppeling tenietgedaan. En daar schuilt het risico. Veel vakmensen streven naar een esthetisch strakke afwerking: netjes aansluiten tot onder het kozijn of strak geplaatste plinten. Visueel aantrekkelijk, maar bouwfysisch fout.
In vrijwel ieder huishoudelijk reglement staat helder dat:
- De eindvloer vrij moet blijven van de wanden en kozijnen;
- Egalisatielagen ontkoppeld moeten worden door middel van kantband;
- Plinten geen geluidsbrug mogen vormen en dus óf zwevend óf met een akoestische strip geplaatst moeten worden.
Wie draagt de verantwoordelijkheid?
Een veelgehoorde opmerking uit de praktijk: “Dat is mijn verantwoordelijkheid toch niet?” Maar dat is een misvatting. Hoewel de hoofdverantwoordelijkheid bij de opdrachtgever ligt, heeft ook de vakman een zorgplicht. Wanneer duidelijk is dat de constructieve uitgangspunten worden aangetast, moet de vakman dit signaleren en schriftelijk melden. Doet hij dat niet, dan loopt hij het risico aansprakelijk gesteld te worden bij schade of klachten vanuit de VvE.
Daarnaast geldt ook voor bewoners een zogeheten controleplicht. De stelling “Ik wist het niet” wordt steeds minder vaak geaccepteerd door rechtbanken. Wie zelf de kennis niet in huis heeft, behoort deze in te huren. En gelukkig gebeurt dat ook steeds vaker. Steeds meer bewoners schakelen een onafhankelijk deskundige in vóór de plaatsing van hun vloer, juist om onnodige fouten en kosten achteraf te voorkomen.
Naar een hoger niveau van vakmanschap
De opkomst van zwevende dekvloeren vraagt om een hoger niveau van bewustzijn in de branche. Het is niet meer voldoende om alleen technisch vakwerk af te leveren. Kennis van bouwkundige principes, regelgeving en akoestische eisen is net zo essentieel. Iedere stoffeerder, parketlegger, tegelzetter of vloergieter die op dit niveau werkt, bouwt niet alleen aan een mooie vloer, maar ook aan vertrouwen en vakautoriteit.
Tot slot: bouw aan kwaliteit, niet aan claims
Een goed uitgevoerde vloeropbouw draagt bij aan woongenot, waardebehoud én geluidscomfort. Andersom geldt ook: een verkeerd afgewerkte vloer op een zwevende dekvloer leidt tot klachten, discussies en mogelijk juridische trajecten.
Laat dat niet uw nalatenschap zijn.
Kies voor vakmanschap, inspecteer vooraf, werk volgens de voorschriften en communiceer helder.
Alleen zo bouwen we samen aan duurzame kwaliteit in de appartementenbouw.